Long tail-theorie houdt geen steek

Vorig artikel Volgend artikel

Long tail-theorie houdt geen steek

De theorie omtrent de winstgevendheid van de long tail doet geen opgeld in de praktijk. Dat blijkt uit onderzoek door Anita Elberse, associate professor of business administration aan de Harvard Business School. De door Chris Andersom geformuleerde theorie omtrent long tail houdt in dat alle kleine nichemarkten tezamen een grotere omzet vertegenwoordigen dan het kleine aantal extreem populaire producten.

Elberse maakte voor haar onderzoek gebruik van data van Nielsen VideoScan, Nielsen SoundScan, Quickflix en Rhapsody. In de eerste drie maanden van 2006 werden via de online muziekwinkel Rhapsody 32 miljoen transacties verricht. De bovenste laag van 10% meest gekochte liedjes, is goed voor 78% van alle gekochte liedjes. De bovenste laag van 1% is goed voor 32% van het totaal. De bovenste laag van 10% van de verkochte dvd`s via Quickflix was goed voor 48% van het totaal.

Naar aanleiding van het onderzoek adviseert Elberse de producenten van entertainment, zoals films en muziek, om hun marketing te blijven richten op hun populairste producten. Zodra producten worden gemaakt voor de tail-end (impopulaire producten) moeten de kosten zo laag mogelijk worden gehouden. Hits zijn en blijven dominant in de muziek- en filmindustrie.

[Bron: Harvard Business Review]

Reageren is uitgeschakeld omdat er geen cookies opgeslagen worden.

Cookies toestaan Meer informatie over cookies