Algemeen21.11.2008

De ‘free lunch’ van Chris Anderson


De 'free lunch' van Chris Anderson

Chris
Anderson, de hoofdredacteur van Wired Magazine en auteur van de
bestseller ‘The Long Tail’, mocht gisteren het tweedaagse Creativity
World Forum
2008 afsluiten in de Antwerpse Lotto Arena. Anderson brengt
midden 2009 een nieuw boek op de markt onder de titel ‘Free’, waarin
hij uitlegt hoe bedrijven vandaag grof geld kunnen verdienen aan het
gratis weggeven van producten. Uiteraard zal ook dat boek gratis worden
verdeeld.

Anderson weerlegt de wereldberoemde quote van de onlangs overleden
Amerikaanse Nobelprijswinnaar en econoom Milton Freedman. Die beweerde
dat‘There is no such thing as a free lunch’, maar volgens Anderson zat
Friedman er op tenminste twee vlakken naast. Gratis betekent niet
altijd ‘voor niets’. Soms is het een derde partij die de rekening
betaalt, zoals de talloze websites op het internet die van reclame
leven terwijl de bezoeker geen factuur krijgt voorgeschoteld. Verder
wordt de kostprijs van digitale activiteit steeds geodkoper. Hij noemt
het voorbeeld van Yahoo, dat zijn mailgebruikers onbeperkt
breedbandcapaciteit ter beschikking stelt.

Opslag, processen, bandbreedte… het wordt alleen maar goedkoper.
De marginale kost om zaken op het internet te produceren en te verdelen
is ongeveer nul. Of je nu één bezoeker hebt of een miljoen, je kosten
blijven ongeveer gelijk. Dat betekent dat je nu kan experimenteren door
zaken gratis weg te geven in de hoop er andere zaken door te kunnen
verkopen. Kijk maar naar Ning, een sociaal netwerk dat 95% gratis
gebruikers heeft, maar 5% die graag voor extra diensten betalen.
‘Freemium’, noemt Anderson deze formule. Bijkomend voordeel: die 5% die
wel betalen zijn meestal ‘price insensitive’, dwz. De prijs is voor hen
van ondergeschikt belang omdat de waarde die ze ervoor in de plaats
krijgen belangrijker is.

Dan is er de ‘gift economy’, een model waarbij mensen bereid zijn
gratis een bijdrage te leveren in ruil voor naamsbekendheid, reputatie
en zelfexpressie. Wikipedia bijvoorbeeld, draait uitsluitend op dit
soort vrijwilligers.

Uiteindelijk legt Andersonn de link naar het gamen en komt hij met 5
redenen waarom mensen wél bereid zullen zijn om voor producten te
betalen:

1. om tijd te besparen
2. om risico’s te verminderen
3. voor zaken waarvan ze houden
4. voor status
5. wanneer je ze verplicht, omdat ze niet meer zonder je product kunnen

Op een vraag uit het publiek of het einde van de printmedia in zicht
is, komt Anderson – die zelf een magazine uitgeeft- met een
interessante analyse:

Kranten zullen verdwijnen, ik denk niet dat mijn kinderen
(Anderson is 47) nog kranten zullen lezen. Papieren kranten hebben geen
toekomst; ze zijn minstens 18 uur te laat en laten inkt na op je
vingers. Weekbladen krijgen het moeilijk, omdat ze vaak door de
actualiteit worden ingehaald. Maandbladen blijven bestaan, omdat ze
lange artikels kunnen brengen en vooral een visuele taak hebben te
vervullen (foto’s, design). Boeken blijven sowieso bestaan omdat het
emotionele producten zijn. Niemand leest Harry Potter op zijn computer
uit.’