Algemeen28.07.2008

Facebook of Hatebook?


Facebook of Hatebook?

Het aantal internetsites dat haat en geweld predikt steeg
afgelopen jaar tot 8.000; dat is 30% meer dan een jaar eerder. Dat berekende
het Simon Wiesenthal Instituut, een Joodse mensenrechtenorganisatie. Haat
verspreiden via het internet wordt goedkoper naarmate het maken, versturen en
hosten van digitale content in prijs zakt.  Sociale netwerksites blijken ideaal voor
onafhankelijke nationalistische groeperingen zonder een duidelijke structuur. Wie
op Facebook rondstruint vindt binnen de kortste keren initiatieven als ‘Belgium Doesn’t Exist’,
Abkhazia is not
Georgia
’ of ‘I
just hate Pakistan’
. Toch is niet alle nieuws slecht, want er bestaan ook virtuele
vriendschapsinitiatieven die de banden tussen Grieken en Turken willen versterken,
of tussen Israeli’s en Palestijnen.

Maar aan de andere kant van het spectrum zitten
nichenetwerken, die allerminst de bekendheid genieten van Facebook, en die een
soort extremisten verenigen wiens activiteiten door lokale regeringen verboden
zijn, maar des te moeilijker aan banden kunnen worden gelegd, wanneer ze
besluiten globaal te gaan.

Podblanc bijvoorbeeld,
een soort YouTube voor het blanke ras, houdt een onversneden racist makkelijk
uren bezig. Toch staat de geringe naamsbekendheid van zulke site het succes
niet in de weg. De kracht van de racistische taal wordt meestal uitvergroot via
blogs, online mappen en sms-berichten. Telkens een campagne van medium switscht
kan de (valse) boodschap worden gewijzigd.

Zo publiceerde een nationalistische Russische blogger
onlangs de namen en contactgegevens van studenten uit de Kaukasus die studeren aan
Russische topuniversiteiten. In bijlage stuurde hij een videoclip van donkerkleurige
tieners die blanke Russen aanvielen.  Russische
nationalisten verspreidden de boodschap maar al te graag en creëerden een ware nachtmerrie voor
de studenten in kwestie.

Ook Anti-cnn.com profiteert gretig van goedkope informatiebronnen. Toen de website duidelijk
maakte dat het een aggregator was van Westerse anti-propaganda tegen de Chinese
bezetting van Tibet, kreeg de initiatiefnemer in een mum van tijd digitaal materiaal
toegestuurd van meer dan 1.000 mensen. De site werd al snel de motor van het Chinese
cybernationalisme dat leidde tot straatprotesten en de boycot van bepaalde
merken.