Redactie Belgiancowboys - bereikbaar via redactie [at] belgiancowboys.be
Toen
Ben Foster, de derde doelman van Manchester United, afgelopen week de
strafschoppenreeks voorbereidde die uitsluitsel moest brengen over wie
de Engelse Carling Cup mee naar huis zou nemen, gebeurde iets
opmerkelijks. Eric Steele, de keeperstrainer van Man. Utd. overhandigde
hem een iPod waarop videoclips waren gedownload van de penalty’s die
tegenstander Tottenham Hotspurs tijdens andere wedstrijden had genomen.
In een van de clips zag hij hoe Spurs-middenvelder Jamie O’ Hara de bal
aan de linkerkant van de doelman binnentrapte. Minuten later, toen
O’Hara aan de beurt was, trapte die de bal links van Foster. Maar die
redde. United won de penaltyreeks met 4 – 1.
Toch is het gebruik van iPods in de sport allesbehalve een
nieuwigheid. Cricketspelers bijvoorbeeld maken er al jaren gebruik van.
Wanneer wedstrijden aan de gang zijn (een wedstrijd test-cricket
bestaat vaak uit meerdere testwedstrijden die in een bepaalde periode
worden gespeeld), worden analyses dag na dag geactualiseerd en naar de
iPod’s van de speler verstuurd zodat die het materiaal ’s avonds kunnen
bekijken. De meeste teams beschikken ook over een ruimte naast het veld
waar de ‘batsmen’ of slagmannen, vooraleer ze aan de beurt zijn, de
worpen van hun tegenstander kunnen bekijken via een televisiefeed.
Maar ook andere technologiesche snufjes kunnen sportteams een
voordeel opleveren. In het American football, kunnen coaches via radio
met hun quarterbacks spreken tot 15 seconden vooraleer het spel wordt
hernomen. De Formule 1-teams beschikken over telemetriesystemen, die
toelaten om bepaalde parameters op afstand meten en die vervolgens via
draadloze communicatie aan te passen. Dit alles terwijl de wagen gewoon
zijn rondes volmaakt.
Er zijn ook nog sporten waar het gebruik van
telecommunicatiemiddelen verboden blijft. Zo is het golfers en
tennissers officieel verboden om tijdens een wedstrijd met hun coach te
communiceren.