Media-aandacht bepaalt kwart van je merkwaarde

In
2006 besloot de ultieme autoriteit op het gebied van de Engelse taal,
de Oxford English Dictionary, om het werkwoord ‘to google’ op te nemen
in het woordenboek. Maar Google zag dat niet direct zitten: het bedrijf
uit Mountain View vreesde ervoor dat het merk schade zou oplopen als
iedereen het woord te pas en te onpas zou gebruiken. Het bedrijf
protesteerde. De omschrijving van het woord, “to use the Google search engine to find information on the internet,”
had nochtans duidelijk betrekking op de welbekende zoekmachine. De
moeilijke houding van Google werd destijds gezien als “de slechtste
PR-actie aller tijden.”

Maar waarschijnlijk ging het om niet meer dan nog een pr-stunt. Het
pr-bureau Text100 publiceerde onlangs een onderzoek, waarbij naar het
verband tussen de frequentie waarmee een merknaam in de media
verschijnt en de economische waarde van een merk werd gezocht. De
conclusie laat niets aan duidelijkheid over: meer dan een kwart (27%)
van de waarde van een merk is gerelateerd aan de hoeveelheid
media-aandacht. Er is dus ‘no such thing as bad publicity‘; iets dat ze bij Google al voor 2006 door hadden.

[Gebaseerd op: Sync.nl]