Redactie Belgiancowboys - bereikbaar via redactie [at] belgiancowboys.be
Een
paar jaar geleden zette het Duitse automerk Porsche een SUV (Sports
Utility Vehicle) in de markt, die speciaal voor vrouwen was ontworpen.
Hoewel de verkoopcijfers tijdelijk stegen, gingen ze op middellange
termijn opnieuw naar beneden. Mannen keerden zich af van het merk
omdat Porsche zijn mannelijk imago had gecompromitteerd.
Nu de recessie de rol van de vrouw binnen het gezin heeft versterkt,
proberen vele marketeers zich op een vrouwelijk publiek te richten om
hun verkoopcijfers op te krikken. 80% van de willekeurige aankopen
komen op rekening van vrouwen, maar producten aan vrouwen verkopen is
niet voor elk bedrijf weggelegd. Zeker niet voor bedrijven wiens merken
-zoals in de auto-industrie- als erg ‘mannelijk’ worden gepercipieerd.
Zoals in het voorbeeld van Porsche dreigt het zogenaamde ‘gender
bending’ op lange termijn negatieve resultaten te produceren.
Toch verbaast Eric Almquist, die het departement Global Consumer
Insights leidt bij consultant Bain & Co, zich over het feit dat
bedrijven een recessie nodig hebben om zich meer op vrouwen te gaan
richten. Vrouwen kopen 90% van de voedingsmiddelen, 55% van de
consumentenelektronica en het gros van nieuwe wagens. Niet
verwonderlijk dus dat een bedrijf als SheSpeaks, dat bedrijven als
Philips en Citibank assisteert om vrouwelijke klanten te bereiken, haar
opdrachten sinds het begin van de recessie heeft zien verdriedubbelen.
Ook vrouwenbladen scoren beter in de advertentiemarkt.
‘Vrouwen zijn belangrijk en wel om drie redenen: ten eerste zijn
ze loyaal en is de kans dat ze een merk blijven kopen eens ze overtuigd
zijn groter,‘ zegt Marti Barletta, auteur van het boek ‘Marketing
to Women’. Ten tweede geven vrouwen makkelijker informatie door over
een product, mondelijn of via sociale netwerksites. Ten derde: het gros
van de massa-ontslagen treft vooral mannelijke werknemers. Dit betekent
dat vrouwen de komende maanden verantwoordelijk zullen worden voor een
nog belangrijker deel van het gezinsinkomen en hun koopkracht nog zal
stijgen.
[Gebaseerd op: The Economist]