Algemeen07.05.2009

Telecomoperator hoeft stralingsgevaar (nog) niet te vrezen


Telecomoperator hoeft stralingsgevaar (nog) niet te vrezen

25
jaar geleden nodigden wetenschappers van de University of California
een aantal proefpersonen uit voor een onderzoek waarbij het effect van
elektronische stroom op de breinfuncties zouden worden bestudeerd. Ze
waarschuwden daarbij dat de kandidaten electrodes op hun voorhoofd
zouden bevestigd krijgen en dat dit tot hevige hoofdpijnen zou kunnen
leiden. Opvallend genoeg meldden zich toch nog 34 kandidaten, waarvan
tweederde op het einde van de proef over hoofdpijn kloegen. En dat was
nog opvallender omdat de onderzoekers bewust nooit de stroom hadden
aangezet.

Het echte doel van het experiment was dan ook het ‘nocebo’-effect te
bestuderen, waarbij werd onderzocht of dat alleen de gedachte aan
mogelijke pijnen een mens al ziek kan maken. Het nocebo-effect – de
tweelingbroer van het meer bekende placebo- is een wijdverspreid
fenomeen en beïnvloedt de levens van vele mensen. Sommigen zijn dan ook
bezorgd over de opkomst van zogenaamde ‘imaginaire ziektes’; door
gezondheidsspecialisten verspreide waarschuwingen voor mogelijk
gezondheidsbedreigende fenomenen. Nocebo’s zijn daarvan een gevolg. De
negatieve gedachte vormt zich om tot een ‘self-fulfilling prophecy’.

Volgens James Rubin, een onderzoeker verbonden aan het King’s
College in Londen, zijn massa’s westerlingen slachtoffers van het
nocebo-effect. In Zweden zou het zelfs gaan om 1 op elke 20 inwoners,
die klagen over nefaste gevolgen van de straling die wordt uitgezonden
door elektriciteitsmasten, gsm’s, gsm-masten, wifi en andere
elektronische toestellen.

De klachten verschillen van persoon tot persoon maar hoofdpijn,
jeuk, droge kelen, geïrriteerde huid, oogirritatie en geheugenproblemen
zijn de meest frequente ongemakken. Uit Rubin’s onderzoek blijkt dat
niets laat vermoeden dat straling aan de oorzaak van deze
gezondheidsklachten ligt. Uit zijn experimenten komt naar voren dat
mensen die gevoelig zijn voor stralingen evenmin als anderen kunnen
weten wanneer ze aan stralingen worden blootgesteld. Wanneer ze worden
blootgesteld aan stralingen rapporteren ze daarbovenop enkel meer
klachten wanneer ze op voorhand over de stralingen werden geïnformeerd.
Het is deze bewijsvoering die telecomoperators totnogtoe succesvol in
rechtszaken hebben gebruikt om de negatieve invloed van de straling van gsm’s en
gsm-masten te minimaliseren.

Rubin’s theorie wordt ondersteund door een aparte studie van de
universiteit van Auckland in Nieuw-Zeeland. Daarin werden mensen
gevraagd naar hun mening over nieuwe technologieën en
milieubedreigingen. Toen daaropvolgend een grote hoeveelheid pesticiden
werd verspreid in de buurt van Auckland waren het vooral de mensen die
zich vooraf tijdens de bevraging het meest negatief hadden uitgelaten
over de huidige stand van zaken in de wereld, die de meeste
gezondheidsklachten ten gevolge van de pesticidenverspreiding
rapporteerden.

[Gebaseerd op: Financial Times]